PET-SCAN en ALS - een nieuwe studie

11-08-2011

PET-scan

Positron emissie tomografie waardoor een verhoogde activiteit van bepaalde structuren kan gedetecteerd worden. Kan deze beeldvorming eventueel ook een biomarker zijn?

Een nieuw onderzoek door Packard-wetenschappers en Johns Hopkins collegas (Baltimore USA) leidt misschien naar een uitleg over PET-scans bij ALS en ook of deze beeldvorming hierbij nuttig kan zijn.

PET is een deel van een meerjaren pilootstudie opgestart in Johns Hopkins waarbij scans van ALS-patiënten en ALS-dierenmodellen vergeleken worden met gezonde controles. 

In de meeste PET-scans zullen de beelden van hersenen en/of ruggenmerg inlichtingen geven over verschillende patroonbeelden of in verschillende intensiteiten bij gezonde mensen. 

Het is echter ook begrijpelijk dat scans van een vroegtijdig stadium van ALS kunnen verschillen van deze uit een later stadium van de ziekte. En indien deze beelden overeenstemmen met de bevindingen van de specialisten in verband met de klinische symptomen en de toestand van de patiënten, dan zullen wellicht ook klare, meertbare gegevens beschikbaar zijn van de ALS-evolutie, wellicht op basis van een biologische ondergrond. 

Dit alles vraagt nog bredere studie, maar volgens neuroradioloog Dean Wong van Johns Hopkins moet er bij PET-scan een beeldvormende ALS-biomarker gevonden worden. 

Tientallen jaren wereldwijde PET-studies hebben verschillende beeldpatronen getoond bij de ziekte van Parkinson, depressie, verslaving en schizofrenie. Meer recente PET-technieken zijn ook beloftevol voor het verloop van de ziekte van Alzheimer. Tot op heden zijn er echter nog geen gegevens over ALS beschikbaar. 

Een struikelblok is echter het vinden van de specifieke zenuwstelsel-molecule voor PET-beeldvorming: de aan- of afwezigheid ervan toont hierdoor dan een weerspiegeling van de ALS-evolutie. Ideaal is dus een specifieke ALS-gebonden molecule (biomarker). Bij de ziekte van Parkinson is dit de dopamine-molecule, bij depressie de serotonine-molecule. 

Tot nu is er nog geen kandidaat-molecule voor ALS voorhanden. Eén mogelijkheid is EAAT2, een molecule die normaliter de zenuwtransmitter glutamaat afremt vooraleer het toxisch wordt. EAAT2 is een specifieke marker voor bepaalde hersencellen, de astroglia, waarvan algemeen aangenomen wordt dat ze bij ALS afwijkend zijn. Een marker hebben voor deze afwijkende gliacellen zou belangrijk zijn in verband met ALS en dit om velerlei redenen. Deze marker zou kunnen helpen subtypes van ALS te onderscheiden, nieuwe geneesmiddelen die astroglia-specifiek zijn te vinden en nieuwe ALS-medicatie te verfijnen. 

Een andere mogelijke molecule-target is mGluR5: deze molecule, een subtype van de receptor voor de glutamaatneurotransmitter, is overal te vinden in het lichaam. Autopsie (lijkschouwing) studies en dierstudies wijzen uit dat mGluR5 duidelijk gestegen is bij ALS. Andere struikelblok: targetmoleculen zijn waardeloos zonder de mogelijkheid om ze in beeld te brengen in de PET.

RADIOTRACER

is een onstabiele radioactieve isotoop (radionuclide) wiens positronemissie in PET-scans gebruikt wordt; deze binden aan PET-targets waardoor het gespot en gemeten kan worden; dus geen PET-scan zonder tracers. 

Radiotracers moeten steeds binden aan een specifiek target en moeten ook lang genoeg binden voor de PET-beeldvorming; ze zijn niet toxisch voor de patiënt bij juiste dosering en moeten ook de bloed-hersenbarrière kunnen penetreren. 

Gelukkig heeft Wong meerdere radiotracers (sommige zelf gevonden) voor ALS-studies.  Eén ervan dat op mGluR2 target, werd reeds veilig en target-accuraat bevonden bij mensen, alhoewel nog niet bij ALS. 

Packard-onderoekers John Gerdes en Richard Bridges, beiden biochemici aan de Montana University (Baltimore USA) hebben voortdurend gezocht naar een andere radiotracer voor EAAT2 die misschien meer specifiek is voor ALS-targets. Deze zal binnenkort gebruikt worden bij patiënten.

Dus mag er toch realistische hoop bestaan dat een specifiek PET-antwoord kan gevonden worden voor de plaats en het begin van ALS. Een andere hoop is het vinden van een authentieke standaard-biomarker voor de ziekte zodat een vroegtijdige diagnose kan gesteld worden met de hieraan verbonden specifieke therapie. 

Ten slotte hopen we dat PET-scans een specifieke therapie kunnen documenteren ter preventie of afremming van de ziekte. 

Volgens Wong hebben de onderzoeken om targets te vinden reeds geleid naar psychiatrische geneesmiddelen. Hij hoopt nu hetzelfde voor ALS.

- Marjorie Centofanti

Vertaling: Willy Roesems

Bron: Packard Center

Share