Studies schuiven beschermende factor VEGF vooruit op het behandelingspad

19-02-2009

De laatste paar jaren kwam VEGF-A, een natuurlijke lichaamsmolecule, regelmatig aan de oppervlakte gelinkt met ALS in wetenschappelijke tijdschriften en, recenter, in kranten. Vasculaire Endotheliale Groei Factor-A moedigt bloedvaten aan uit te groeien zoals het wortelgestel van een plant. Het is een sleutelmolecule in wondheling.

Maar VEGF-A affecteert ook neuronen, en dat zou kunnen zijn waar de link met ALS ligt. Meer en meer kijken wetenschappers naar die tak van de stamboom van ALS wanneer ze jagen op nieuwe therapeutische wegen voor neurodegeneratieve aandoeningen. En recente vooruitgang suggereert dat dat de moeite waard is.

Bijna een decade geleden toonden studies dat muizen met een tekort aan VEGF-A hun motorische neuronen verliezen op een wijze die sterk gelijkt op ALS. Gelijkaardig blijken ALS diermodellen ontworpen voor hogere VEGF-A levels, ofwel door het fijnstellen van het VEGF-A gen ofwel door het direct leveren van de molecule aan het zenuwstelsel, veel langer te leven.

Veel van dat diermodel-werk, alsook meer recent onderzoek op mensen door de Belgische onderzoekers Peter Carmeliet en Wim Robberecht aan de Universiteit van Leuven blinkt uit op dat gebied. (Beide zijn Packard Center researchers, met Carmeliet en Robberecht in de Packard wetenschappelijke adviserende raad en Robberecht als genieter van een Packard beurs.)

In 2004 was een genetische studie van ALS patiënten en gezonde controlepersonen in Europa door Robberecht en Carmeliet’s groep de eerste om aan te tonen dat, lijk muizen, sommige groepen mensen met de aandoening minder VEGF-A blijken te hebben. Dat duwde de studies van de molecule in een meer behandelingsgerichte richting.

Ook nog was de wereldwijde wetenschappelijke gemeenschap een jaar later vervuld van het verslag van de Belgen dat VEGF-A, in het centraal zenuwstelsel ingebracht via een hersenroute, de levensduur significant verlengde bij ALS-ratten. Ondertussen toonde hun samenwerking met Neuronova, een Zweedse biotechbedrijf, dat VEGF-A toegediend aan apen op de zelfde manier veilig bleek in dosissen equivalent aan deze die de ALS-ratten hielpen.

Een belangrijke volgende stap, een fase I klinisch onderzoek van het middel – een vereist veiligheidsonderzoek – is onderweg als deel van Robberecht’s samenwerking met Neuronova, aan het Universitaire Ziekenhuis van Leuven.

Ondertussen blijft de groep onderzoeken hoe VEGF functioneert in het lichaam. Hun studie laatste oktober in The Journal of Neuroscience richt zich op VEGF-B, een ander lid van deze moleculaire familie. Gelijk VEGF-A speelt de B versie ook een sleutelrol in het behoeden van neuronen tegen interne aanvallen. Anders dan de A vorm evenwel heeft VEGF-B blijkbaar niets te maken met bloedvatvertakking, zegt Carmeliet. En dat zou het zelfs nog aantrekkelijker maken het te onderzoeken als ALS therapie.

Op dit punt werd VEGF-B uitgezuiverd in smalle hoeveelheden voor laboratoriumstudies, maar het bestaat nog niet in de geraffineerde vorm die vereist zou zijn voor testen op mensen. “We werken daar nochtans aan”, zegt Carmeliet “en blijven de biologie exploreren die ervoor zorgt dat VEGF neuronen kan beschermen.”

Vertaling: Hendrik Clara

Bon: ALS Independence

Share