De ALSA maakt de toelagen voor de herfst van 2006 bekent

16-08-2006

De door de ALSA gefinancierde projecten voor de herfst van 2006 willen de vooruitgang naar een efficiënte therapie voor ALS versnellen. De projecten beloven zeer belangrijke vooruitgang in het begrijpen van de biologie van de ziekte en willen een vollediger beeld geven over de rol van axonale schade, die de cellen in het zenuwstelsel omringt, en hoe stamceltherapie of trofische factoren therapieën succesvol zouden kunnen zijn. De nadruk wordt gelegd op de nieuwe genetische informatie die de potentiële doelen wil openbaren waar men zich wil op richten met medicijnkandidaten.

De financiering met een totaal budget van $ 1.800.000 zal acht onderzoekers ondersteunen die starten met het onderzoek naar ALS, met een starterstoelage voor één jaar, en tien toelagen die gaan naar onderzoeken die lopen over meerdere jaren.

Genetica van ALS

De professoren Casper Hoogenraad en Dick Jaarsma van het Erasmus Medisch College in Rotterdam, stellen voor om een mutantmuis te ontwikkelen om een vorm van ALS te bestuderen met een mutatie in het genaamde VAP-B gen (vesicle associated membrane protein associated protein B). Wetenschappers zijn nog niet zeker wat deze proteïne doet, maar de mutatie lijkt de vorm van de proteïne te wijzigen. Het ontwikkelen van een muis met deze mutatie zou tekens van de ziekte van het motorneuron moeten veroorzaken, en door te vergelijken met andere muismodellen van ALS zou dat een stap voorwaarts kunnen betekenen in de zoektocht naar een behandeling.

De professoren Vincenzo Bonifati en Ben Oostra, van hetzelfde Erasmus Medisch College, werken met gevallen van ALS die afkomstig zijn uit een klein Nederlands dorp en ze proberen de verantwoordelijke genverandering voor de vermoedelijke erfelijke vorm te vinden. Het verstrekken van een nieuwe genetische reden voor ALS zou kunnen helpen voor therapeutische benaderingen voor alle vormen van de ziekte.

Axon dynamica en ALS

Professor Miriam Meisler van de Universiteit van Michigan, heeft een mutatie gevonden in één van de proteïnen die helpt bij de essentiële cellulaire levering binnen de lange vezels van de zenuwcellen. De mutatie is aanwezig in een muis met een defect aan het motorneuron, de zogenaamde wobblermuis. Zij stelt voor om de functie van de normale proteïne die gemaakt wordt door het gen VPS54 te bestuderen in muizen en te zien of mensen met ALS ook mutaties in deze proteïne kunnen hebben. Één ALS patiënt is reeds gevonden met deze genverandering.

De mutatie in de wobblermuis wordt ook onderzocht door professor Thomas Schmitt-John van de Aarhus Universiteit in Denemarken, die zal zoeken naar genveranderingen bij ALS patiënten met de sporadische vorm, die de vesicles kunnen beïnvloeden, dat zijn de kleine membraanblaasjes binnen de cellen die de materialen aanvoeren die hun beschermen tegen krachtige enzymen die aanwezig zijn in de cellen. Genveranderingen beïnvloeden de vesicles en dat zou misschien het verband met ALS kunnen verklaren.

Professor Minh Dang Nguyen van de Universiteit van Calgary in Alberta, Canada, heeft een nieuwe proteïne ontdekt die helpt om de neuronen intact te houden. Door een samenwerkingsovereenkomst met de ALS vereniging van Canada wil zijn onderzoeksgroep de rol van deze proteïne bepalen in de gezondheid van de motorneuronen, de proteïne Ndel1 staat blijkbaar in wisselwerking met andere proteïnen die gekend zijn om de groei en het onderhoud van de lange vezels van de neuronen te ondersteunen.

Cellen, doelen voor ALS ziekte

Professor Kay Davies van de Universiteit van Oxford, en collega’s stellen voor dat ALS zou kunnen betrokken zijn in de speciale cellen die een isolerende schacht rond de zenuwvezels vormen. In ALS lijkt de schade eerst op te treden in de verbindingen tussen de zenuwen en de spieren, eerder dan in de cellichamen, de zogenaamde Schwann cellen die het isolerende myeline van de zenuwen aanmaken zouden kunnen worden aangetast. De onderzoekers willen muizen ontwikkelen die de SOD1 mutantproteïne aanmaken, maar dan enkel in de Schwann cellen die de myeline vormen. De mutant SOD1 zal vermoedelijk het verloop van de ziekte beïnvloeden indien de actie in de Schwann cellen belangrijk blijkt te zijn in ALS.

Dr. Karl Kasischke en professor Maiken Nedergaard van de Universiteit van Rochester, New York, werken samen om een nieuwe manier te ontwikkelen die toelaat om in de hersenen van laboratoriumknaagdieren te kijken om de veranderingen te kunnen volgen die wijzen op de ziekte van het motorneuron. De onderzoekers willen de klok terug draaien naar het begin van het ziekteproces, om te zien hoe de schade in werking wordt gesteld en hoe de neuronen en de nabijgelegen steuncellen van het zenuwstelsel op elkaar zouden kunnen inwerken om de schade aan de motorneuronen te veroorzaken. Deze techniek, multiphoton beeldvorming genaamd, omvat het gebruik van microscopische lenzen die klein genoeg zijn om gebruikt te worden in levende dieren.

Microglia, de immune cellen van de hersenen en het ruggenmerg, spelen een rol in ALS, maar de redenen zijn nog onduidelijk. Professor Michael Carroll, van het CBR Instituut voor Biomedisch Onderzoek in Boston, onderzoekt hoe het microglia een rol kan spelen in de ontstekingsreactie op lage weefselzuurstof en andere stressfactoren. Zijn laboratoriumteam wil werken met het microglia van muizen die een mutatie hebben met betrekking tot sommige vormen van erfelijke ALS. Zij zullen ook deze SOD1 mutatie introduceren in normaal microglia. Een vergelijking in laboratoriumschaaltjes van het gedrag van normaal microglia met die verzameld op verschillende tijdstippen in de ziekte zou zeer belangrijke verschillen kunnen blootleggen die kunnen bijdragen tot het ziekteproces.

Biomarkers

De professoren Gerry Shaw en David Borchelt, van de Universiteit van Florida, constateerden dat een bepaalde proteïne van de zenuwvezels in het bloed van ratten verschijnt die beschadigde zenuwen hebben, zodat deze misschien kan dienen als potentiële marker voor zenuwbeschadiging. Deze marker blijkt ook aanwezig te zijn in de SOD1 mutantknaagdieren die vele aspecten van ALS tentoon spreiden. De onderzoekers willen het tijdsverloop van de verschijning van deze molecule bekijken. Zij willen nagaan of deze proteïne aanwezig is in bloedstalen van ALS patiënten met de SOD1 mutatie, en diegenen die de mutatie hebben maar geen symptomen van ALS vertonen.

Diagnostische weergave is misschien te gebruiken bij ALS . Dr. Jonathan Katz van het Forbes Norris MDA/ALS onderzoekscentrum en Dr. Michael Weiner van het VA Medisch Centrum in San Francisco, stellen voor om ALS patiënten te volgen met twee aparte beeldvormingstudies gedurende zes maanden, om te zien of ze veranderingen in de hersenen kunnen constateren die correleren met cognitieve veranderingen. Met Magnetic Resonance Imaging (MRI) dat gebruikt maakt van een krachtig magnetisch veld, hopen zij om gebieden van de hersenen te herkennen die op dergelijke veranderingen wijzen en als biomarker voor ALS zou kunnen dienen.

Dr. Sanjay Kalra, en zijn medewerkers van de Universiteit van Alberta in Edmonton, Canada, willen in samenwerking met de ALS Vereniging van Canada, veranderingen in de hersenen bij ALS bestuderen en documenteren. Door gebruik te maken van MRI kan men de veranderingen zien in de chemische boodschappers van de hersenen, het glutamaat en GABA (Gamma Amino Butyric Acid). Zij stellen voor dat het meten van deze hersenenchemie in de specifieke gebieden die de cognitieve veranderingen in ALS besturen kan dienen als marker voor ziekteprogressie en de effecten van potentiële therapieën kan registreren.

De ALSA financiert onderzoeken naar nieuwe genen die in verband kunnen gebracht worden met ALS

De ALSA kondigt de financiering aan van twee projecten die zoeken naar nieuwe genen. Deze projecten willen helpen om aan het licht te brengen waarom de motorneuronen sterven in de ziekte.

Één van de projecten is in samenwerking met de Motor Neuron Disease Assaciation, onder leiding van professor Jackie de Belleroche, van het Imperial College London, die willen een transgenetische muis creëren die gebaseerd is op een nieuwe mutatie die ontdekt is in een familie met erfelijke ALS. Deze genverandering op chromosoom 12 beïnvloedt een proteïne die potentieel giftige moleculen verwijdert. Muizen die tekenen van defecte motorneuronen vertonen op deze genverandering zouden kunnen bijdragen aan de inspanningen die gedaan worden om de ziekte te verklaren en aanwijzingen te geven aan de basisbiologie achter ALS.

De proteïne die is gemuteerd, D-amino acid oxidase (DAO), helpt de controle te houden over de potentieel giftige boodschappersmolecule, het glutamaat. De onderzoekers zullen gebruik maken van celculturen en ook van de nieuwe muis die het gemuteerde menselijke gen uitdrukt, om de potentiële rol van DAO en glutamaat in ALS te verduidelijken.

Een andere toelage gaat naar professor Ammar Al-Chalabi van het Institute of Psychiatry, King’s College, Londen. Het team van Al-Chalabi zoekt genen die de gevoeligheid tot het ontwikkelen van ALS verhogen, zelfs in mensen zonder familiegeschiedenis. Gewoonlijk worden dergelijke onderzoeken uitgevoerd met verdachte genen in gedachten. In plaats daarvan werkt het team onafhankelijk van elke veronderstelling, om te vermijden dat mogelijke kandidaatplaatsen voor genen die betrokken kunnen zijn bij ALS over het hoofd gezien worden. Zij maken gebruik van normale variaties in de menselijke genen die kunnen dienen als wegwijzers voor blokken van genen op de chromosomen die verschillen zouden kunnen hebben die meer voorkomen bij mensen met ALS. Enkel de gebieden die een variatie bevatten zullen verder onderzocht worden op een specifieke genverandering.

Deze projecten zouden nieuwe genen aan het licht moeten brengen die de ziekte van het motorneuron kunnen veroorzaken. Dergelijke genen kunnen de aanzet zijn tot therapeutische innovaties voor ALS patiënten.

Bron: www.alsa.org

Vertaling: Kris Van Hespen

Share