Onderzoekssamenvatting Mei 2006

12-06-2006

Neurodex en Pseudobulbar beïnvloeden de levenskwaliteit bij ALS

De resultaten van een fase III studie met Neurodex die werden gepubliceerd in de maand mei in de Annals of Neurology, toonden doeltreffendheid bij Multiple Sclerose. Zoals in een studie in ALS, hielp de combinatie van deze twee bestaande medicijnen bij het onderdrukken van ongecontroleerd lachen of wenen tijdens de twaalf weken durende behandeling. De behandeling die bestaat uit het toedienen van dextromethorphan met quinidine, doet de frequentie en hevigheid van de emotionele periodes dalen. Bijwerkingen zoals duizeligheid kwamen regelmatiger voor met de effectieve behandeling dan met de placebo’s. De onderzoekers gebruikten een gevalideerde vragenlijst om het ongewenste lachen of wenen te registreren, een symptoom van MS, ALS en vele andere storingen die de hersenen beschadigen. De overdreven emotionele reacties kunnen de patiënten en hun hulpverleners sociaal isoleren.

Speeksel en Botox

Dr. Ashok Verma en medewerkers van de Universiteit van Miami rapporteerden in maart in het vakblad Muscle & Nerve dat inspuitingen met botulinum toxin kunnen helpen bij de speekselvloed die eigen is aan bulbaire ALS. Inspuitingen in de grote speekselklier (de paritod) bij tien patiënten met bulbaire ALS die sociaal geïsoleerd waren door het voortdurend kwijlen, werd een opmerkelijke verbetering van de speekselvloed vastgesteld in iets meer dan de helft van de patiënten met bulbaire ALS, en dit had een verhoogde levenskwaliteit tot gevolg. Het positieve effect van botox bleef gedurende minstens twee maanden aanwezig zonder dat er andere belangrijke neveneffecten optraden.

ALS patiënten met een snelle progressie kunnen klinische studies verkorten

ALS patiënten met een snelle progressie kunnen onderscheiden worden van patiënten die een langzamere progressie tentoonspreiden. De onderzoekers onderscheiden de patiënten op verschillende manieren, zoals de ALS functionele classificatieschaal, die bepaalt hoe de ALS symptomen de dagelijkse activiteiten beïnvloeden en een schatting van het aantal motoreenheden, en een elektrofysiologietest van de zenuwfunctie. De onderzoekers suggereerden dat inleidende klinische studies patiënten kunnen inschrijven waarvan de progressie snel of meer langzamer verloopt, dat zou een betere aanwijzing kunnen geven van de potentiële doeltreffendheid in een kortere tijd.

Glatiramer veilig in kleine klinische studie in ALS

Dr. Paul Gordon en Dr. Hiroshi Mitsumoto van de Universiteit van Columbia en hun medewerkers publiceerden in de aprileditie van het vakblad Neurology de resultaten van een fase II test in ALS van Glatiramer Acetate ( ook gekend als Copaxone, een vaccin dat ontwikkeld werd voor Multiple Sclerose ), de behandeling werd veilig bevonden. De behandeling slaagde er niet in om te helpen bij het SOD1 muismodel. Grotere klinische studies voor ALS worden gepland.

De actie van cannabinoid in ALS muismodel

Linda Greensmith en haar collega’s melden dat cannabinoids een effect kunnen hebben op de ziekte in muizen die de mutant SOD1 maken, de proteïne verandert in sommige erfelijke vormen van ALS. SOD1 mutantmuizen die één van de natuurlijke receptoren voor cannabinoids op hun cellen missen, hebben een langere overlevingsduur maar tonen geen verandering in het ziektebegin. Of deze klasse van medicijnen beloftevol voor de behandeling van ALS kan zijn moet nog worden aangetoond in een goed ontworpen klinische studie.

Caspase 3 splijt glutamaat transporter: aanwijzingen naar ALS

Davide Trotti, Robert Brown en hun medewerkers van het MassGeneral Instituut in Charlestown, publiceerden een rapport in the Journal of Biological Chemistry waaruit blijkt dat twee verdachte processen in ALS aan elkaar kunnen gelinkt worden. De onderzoekers toonden aan dat het enzym, Caspase 3, de glutamaattransporter proteïne EAAT2 apart kan snijden. De mutant SOD1 proteïne die aanwezig is in sommige vormen van erfelijke ALS activeert blijkbaar de Caspases 3. Deze bevindingen kunnen het buitensporige glutamaat verklaren dat in de dierlijke modellen en de menselijke gevallen van de ziekte wordt aangetroffen.

ALS en oxydatieve stress: vloeistof van de ruggengraat als indicator …

Professor Patrizia Sola en medewerkers van de Universiteit van Modena in Italië, meldden dat de cerebrospinale vloeistof (CSF) in patiënten met ziekten van het motorneuron, verminderde mogelijkheden heeft om potentieel schadelijke metabolische bijproducten te ontgiften in vergelijking met stalen van andere patiënten. Het cerebrospinale vocht weerspiegelde de verminderde beschermende eigenschappen van het bloed in de ziekte van het motorneuron.

De resultaten geven aan dat oxydatieve schade in het lichaam aanwezig is maar overwegend meer in het centrale zenuwstelsel bij mensen met motorneuronziekten.

… en spier

Professor Mark Tarnopolsky en zijn collega’s van de McMaster Universiteit in Ontario, Canada, rapporteerden in maart in Muscle & Nerve dat oxydatieve stress in de spieren misschien kan bijdragen tot ALS. Observaties in 95 dagen oude muizen met de 93A mutatie aan SOD1 brachten aan het licht dat er veranderingen optraden in de metabolische bijproducten en enzymactiviteiten die de aan de gang zijnde oxydatieve stress probeerden te compenseren door antioxidante enzymen.

… En verrassende bevindingen in SOD1 lever

Japanse onderzoekers meldden dat muizen die de SOD1 mutatie uitdrukken vroege veranderingen in de lever tentoonspreiden voor het ontstaan van de motorsymptomen. Verrassend genoeg verdwijnen de veranderingen aan de lever en wordt het weer normaal op het moment dat de motorneuronen sterven. De bevindingen in muizen die bepaalde aspecten van ALS vertonen, kwamen voor in elk van de vier verschillende mutaties van de SOD1 proteïne. Professor Yasuto Itoyama en zijn collega’s van de Universiteit van Tohoku in Sendai constateerden dat de mutantmuizen abnormale zwellingen van de levercellen en de lege ruimtes binnenin vertoonden, maar deze veranderingen verdwenen op het ogenblik dat de motorneuronen effectief stierven. Ook hebben de levercellen typisch beschermende enzymen die in de beginfase verminderden en overvloediger dan normaal aanwezig waren als de motorneuronen dood gingen, en die opnieuw de normale waarden bereikten in het eindstadium van de muisziekte. Blijkbaar worden de levercellen op de een of andere manier gered van de invloed van de SOD1 mutant die de motorneuronen doodt. Verdere studies zijn nodig om deze bevindingen te bevestigen.

Meer bewijsmateriaal voor dodelijke actie van antilichamen van ALS patiënt

Onderzoekers die samenwerken met Dr. Anthony Pullen van het Neurologisch Instituut, University College Londen, meldden dat IgG antilichamen die van ALS patiënten worden geïsoleerd de dood van motorneuronen in muizen veroorzaken door necrose. De actie is niet toe te schrijven aan de destructieve enzymen die normaal in het bloed aanwezig zijn, zoals sommige onderzoekers hadden voorgesteld dat daar de verklaring kon gezocht worden voor het effect van de antilichamen. Deze bevindingen suggereren dat de duidelijk waarneembare dood van motorneuronen toe te schrijven is aan de van ALS patiënten afgeleide antilichamen.

SOD1 samenvoegingen in verschillende mutaties

De combinatie van de A4V verandering in SOD1 met mutaties in niet-zink bindende gebieden van de SOD1 molecule (G37R of G85R) verhoogt de kansen dat de mutant proteïne zich zal samenvoegen in de laboratoriumschotel. Mutaties op de plaatsen in het enzym die de zink nevenfactor binden verhogen niet altijd het potentieel om het SOD1 te laten samenvoegen. De diverse mutaties hebben verschillende mogelijkheden om samenvoeging te veroorzaken, en dus is zinkbinding geen vereiste voor samenvoeging.

Beeldvorming zou kunnen ontdekken wanneer de chemie in ALS verbetert

Canadese onderzoekers meldden dat een dag van behandeling met Riluzole een verandering in de chemie van de motorschors veroorzaakt maar niet in de wandschors, overeenstemmend met de hersengebieden die respectievelijk wel of niet worden getroffen door ALS. Verdere studies zijn nodig om een effectieve behandeling voor ALS te bevestigen om betrouwbare veranderingen die in de hersenchemie verschijnen te gebruiken om de ziekte te diagnostiseren en het verdere verloop van ALS te volgen.

Aanwijzingen om schade vroeg op te sporen in muismodel

Het glucosegebruik door de hersenen is geschaad in muizen die ALS modelleren. Muizen die de mutant SOD1 proteïne produceren, tonen verminderd glucosegebruik in de zenuwvezels die met het ruggenmerg in verbinding staan, in de tijd voorafgaand aan de duidelijke weefselschade in het ruggenmerg.

Bron: www.alsa.org

Share