Dieet en ALS: hoe goed verdraagt men calorierijke voedingssupplementen

21-02-2022

Calorierijke interventies, waaronder een calorierijk vetsupplement en een koolhydraatrijk calorierijk supplement, leiden tot gewichtstoename bij patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS). Supplementen met een hoog vetgehalte en koolhydraatrijke supplementen worden echter niet zo goed verdragen omdat ze doorgaans leiden tot respectievelijk gastro-intestinale (GI) symptomen en verminderde eetlust. Deze bevindingen verschenen in het Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry.

In het geval van ALS vormt gewichtsverlies een onafhankelijke voorspellende factor. Het kan de mortaliteit met 30% doen toenemen per punt verlies op de body mass index (BMI). Eerder onderzoek bij mensen en muizen die ALS hadden, stelde vast dat calorierijke en koolhydraatrijke voeding het leven kan verlengen. Onduidelijk blijft echter welke voedingsstoffen het beste verdragen worden en tot de meeste gewichtstoename leiden bij deze patiëntpopulatie.

De onderzoekers verrichtten een prospectieve, gerandomiseerde, in parallelle groepen onderverdeelde en gecontroleerde studie uit, die de naam Safety and Tolerability of Ultra-high-caloric Food Supplements in Amyotrophic Lateral Sclerosis (TOLCAL) kreeg (‘Veiligheid en verdraagbaarheid van zeer calorierijke voedingssupplementen bij amyotrofische laterale sclerose’; ClinicalTrials.gov-identificatienummer: NCT04172792). Ze vergeleken diverse calorierijke voedingssupplementen (HCS’s) als aanvullende therapie bij de normale voeding en de standaardbehandeling (d.w.z. riluzol) bij ALS-patiënten.

Van 21 november 2019 tot 22 februari 2021 werden 64 mensen die volgens de criteria van de El Escorial World Federation of Neurology ALS-patiënt waren, gescreend in het Departement Neurologie aan de Universiteit van Ulm, in Ulm, Baden-Württemberg, Duitsland. Alle patiënten die mogelijk of waarschijnlijk ALS hadden, werden gerandomiseerd op een 1:1:1:1-schaal en toegewezen aan 1 van 4 onderdelen: (1) een calorierijk vetsupplement (HCFS); 405 kcal/dag; 100% vetgroep (n=15), (2) een ultracalorierijk vetsupplement (UHCFS) 810 kcal/dag; 100% vetgroep (n=16), (3) een ultracalorierijk, koolhydraatrijk supplement (UHCCS); 900 kcal/dag; 49% koolhydraatgroep (n=17), of (4) een open controlegroep (n=16) die geen enkel supplement kreeg toegediend. Het primaire eindpunt van de studie was de verdraagbaarheid. Alle patiënten werden gedurende 4 weken opgevolgd.

De onderzoekers kwamen tot de bevinding dat GI-neveneffecten zich het vaakst voordeden bij het UHCFS-onderdeel (75,0%), terwijl een verminderde eetlust het vaakst werd gemeld bij het UHCCS-onderdeel (35,5%). Tijdens de interventie kwamen de deelnemers +0,9 kg/maand aan (bereik, –0,9 tot 1,5 kg/maand; P =,03) in de HCFS-groep, vergeleken met +0,9 kg/maand (bereik, –0,8 tot 2,0 kg/maand; P =,05) in de UHCFS-groep.

Bij het UHCCS-onderdeel werd een gewichtstoenametrend waargenomen die statistisch niet significant was. De deelnemers van de open controlegroep bleven gewicht verliezen (–0,5 kg/maand; bereik, –1,4 tot 1,3 kg/maand; P =,42).
Volgens de onderzoekers had deze studie een aantal beperkingen, waaronder een korte interventieperiode (4 weken), het feit dat een beroep werd gedaan op prebasislijngegevens die gebruik maakten van anamnestische informatie om de veranderingen qua lichaamsgewicht te vergelijken tijdens de studie, en een gebrek aan evenwicht tussen de groepen qua basislijnkenmerken.

“De HCS’s die we hebben getest zijn alle drie geschikt voor gewichtstoename” bij ALS-patiënten, zo besluiten de onderzoekers. De resultaten tonen aan dat vetrijke en gemengde/koolhydraatrijke HCS’s veelbelovende kandidaten zijn voor toekomstig onderzoek met ALS-patiënten. Wel willen we onderstrepen dat hogere doses dan de UHCFS-doses die werden gebruikt in deze studie niet tot aanbeveling strekken bij deze patiëntpopulatie.

Vertaling: Bart De Becker
Bron: Neurology Advisor
 

Share