Onderzoekers identificeren nieuwe genen die de spierstimulatie en -regeneratie regelen bij ALS

12-09-2017

Novel GenesEen Italiaanse studie deed bevindingen in verband met de niveaus van bepaalde micro-RNA's (MIR's) die de re-innervatie en spierregeneratie regelen bij patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS), terwijl andere niveaus lager liggen. Deze molecules helpen bij het onderscheiden van ALS met een snelle voortgang en de bevindingen suggereren dat therapeutische benaderingen die deze MIR's als doelwit kiezen de ziektevoortgang helpen te vertragen.

De studie is getiteld "Potentiële therapeutische doelwitten voor ALS: MIR206, MIR208b en MIR499 worden gemoduleerd tijdens de ziektevoortgang in de skeletspieren van patiënten", en verscheen online in het tijdschrift Scientific Reports (Wetenschappelijke Verslagen).

ALS wordt naar men denkt veroorzaakt door het onvermogen om beschadigde spiercellen te herstellen. Dat resulteert in het verlies van spierfunctie die essentieel is om te overleven. Het leidt ook tot spierceldenervatie, waardoor spiercellen niet langer naar behoren functioneren.

Voorafgaande preklinische modellen van ALS suggereerden dat het eiwit HDAC4 betrokken is bij het denervatieproces. Daardoor kunnen de zenuwen de spiercellen niet langer stimuleren. MIR206 kan echter een remmende werking hebben op HDAC4 en de regeneratie aanzwengelen. Het zou dan ook een aanvaardbare therapeutische strategie voor ALS kunnen zijn. MIR's zijn kleine RNA-molecules die de activiteit van sommige genen moduleren.

Onderzoekers van de Italiaanse Università Cattolica del Sacro Cuore (Katholieke Heilig Hart Universiteit) onderzochten stalen van 14 ALS-patiënten en 24 gezonde vrijwilligers. Ze probeerden daarbij nieuwe moleculaire markers van spierresistentie tegen denervatie en atrofie te identificeren en molecules die betrokken zijn bij re-innervatie tijdens de vroege stadia van ALS.

Op basis van de beschikbare klinische informatie verdeelden de onderzoekers de ALS-patiënten in twee groepen: patiënten met een trage voortgang, onder wie mensen die de ziekte al minstens vier jaar hadden en geen ademhalingsondersteuning nodig hadden, en patiënten met een snelle voortgang. Daarop werd elke groep nog eens onderverdeeld op basis van de duurtijd van de ziekte op het ogenblik van de spierbiopsie: vroeg voor diegenen die minder dan een jaar na het intreden van de symptomen werden gediagnosticeerd, en laat voor diegenen die later werden gediagnosticeerd.

De resultaten wezen uit dat de niveaus van MIR499 en MIR208B beduidend lager waren bij de 'snelle' ALS-groep dan bij de 'trage'. De auteurs suggereren dat deze MIR's de skeletspieren resistenter maken tegen denervatie en de evolutie van ALS.

Anderzijds waren de MIR206-niveaus beduidend hoger bij 'late' patiënten dan bij 'vroege', waarbij de niveaus gekoppeld waren aan de ziektevoortgang.

Het team ontdekte ook dat het toevoegen van MIR206 aan patiëntencellen die werden gekweekt in het labo de HDAC4-niveaus verlaagde, zoals voorafgaande studies al hadden gesuggereerd. Dat maakt van MIR206 een aantrekkelijke kandidaat-therapie voor het vertragen van de voortgang van ALS.

"Musculaire micro-RNA's als doelwit kiezen zou een waardevolle strategie kunnen blijken te zijn om de moleculaire trajecten te herstellen, de motorische prestaties te verbeteren en de productie van groeifactoren (zoals FGFBP1) aan te zwengelen die in staat zijn het re-innervatieproces te vergemakkelijken en de voortgang van ALS te remmen", zo zeggen de onderzoekers. "Alles bij elkaar suggereren onze gegevens dat de moleculaire signalisatie die de re-innervatie en spierregeneratie regelt wordt tegengewerkt tijdens de progressie van skeletspierbeschadiging bij ALS."

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: ALS News Today

Share