Aβ1-42 en Tau als potentiële biomerkers voor diagnose en prognose van Amyotrofische Laterale Sclerose

29-04-2020

Débora Lanznaster, Rudolf C. Hergesheimer, Salah Eddine Bakkouche, Stephane Beltran, Patrick Vourc’h, Christian R. Andres, Diane Dufour-Rainfray, Philippe Corcia en Hélène Blasco

Abstract

Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) is de meest voorkomende motor neuron ziekte, maar de definitieve diagnose ervan is met ongeveer 12 maanden vertraagd. Ondanks het feit dat het onderzoek in het domein van biomerkers zeer actief is, draagt de afwezigheid van specifieke biomerkers voor diagnose bij tot deze grote vertraging. Een andere strategie om biomerkers te identificeren, gebaseerd op minder specifieke maar sensitieve moleculen, kan interessant zijn in de klinische praktijk. Merkers die gerelateerd zijn aan andere neurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer (Engelstalige afkorting AD) kunnen bijvoorbeeld volledig worden onderzocht. In deze studie vergeleken we basisniveaus van amyloid β1-42 (Aβ1-42), totale Tau, en gefosforyleerd-Tau (fosfo-Tau) proteïnen in het cerebrospinaal vocht (Engelstalige afkorting CSF) van ALS patiënten in vergelijking met controles, en correleerden we deze met klinische parameters voor ALS progressie verzameld over een tijdspanne van 12 maanden. We observeerden verhoogde niveaus van Aβ1-42 (controles: 992.9 ± 358.3 ng/L; ALS: 1277.0 ± 296.6 ng/L; p < 0.0001) en een verhoogde Aβ1-42/fosfo-Tau verhouding en Innotest Amyloid Tau Index (IATI) (both p < 0.0001). IATI en de fosfo-Tau/totale Tau verhouding correleerden positief met de ALSFRS-R en het gewicht op het basisniveau. Multivariate analyse bracht naar voor dat de basisniveau ALSFRS-R geassocieerd was met Aβ1-42 en de fosfo-Tau/totale Tau verhouding (respectievelijk p = 0.0109 en p = 0.0013). Totale Tau en fosfo-Tau niveaus correleerden negatief met variatie in de ALSFRS-R op respectievelijk 6 en 9 maanden (p = 0.02 en p = 0.04). De fosfo-Tau/totale Tau verhouding correleerde positief met variatie in de ALSFRS-R op 9 maanden (p = 0.04). Aβ1-42 niveaus in CSF kunnen daardoor aangewend worden als bijkomend gebruiksinstrument voor ALS diagnose, en totale Tau en fosfo-Tau niveaus kunnen helpen om de de prognose van ALS in te schatten. Bijkomende studies dienen te gebeuren om het pathofysiologisch mechanisme dat geassocieerd is met deze merkers te onderzoeken. Ondanks hun gebrek aan specificiteit, kunnen fosfo-Tau/totale Tau en Aβ1-42 gecombineerd worden met andere biologische en klinische merkers om ALS medisch op te volgen.

 

Vertaling: ALS Liga: Dirk

Bron: MDPI

Share